Les 1. A Het alfabet. Rose Omar. Welkom! Welcome! Bienvenue! እንቛዕ ብደሓን መጻእኩም! Hallo, wat is jouw naam? Mijn naam is Rose. = ik mijn.

Transcriptie

1 Les A Het alfabet Wat zeg je in jouw taal? Schrijf. Welkom! Welcome! Bienvenue! أهلا وسهلا! እንቛዕ ብደሓን መጻእኩም! خوش آمدید Schrijf je voornaam op een papiertje. Rose Omar Bekijk de foto en luister. Hallo, wat is jouw naam? Mijn naam is Rose. = ik mijn = jij jouw = u uw mijn naam is jouw naam is Mijn naam is uw naam is Wat is jouw naam? En wat is uw naam? Wat is uw naam? 4 Luister nog een keer en herhaal. Grammatica p. 6 Kettingvragen. Vraag en geef antwoord. Hallo, mijn naam is Wat is jouw naam? 6 zes

2 6 Luister naar het alfabet en lees mee. A a aa J j jee S s es ë ee met trema B b bee K k kaa T t tee ï ie met trema C c see L l el U u uu IJ ij lange ei D d dee M m em V v vee E e ee N n en W w wee F f ef O o oo X x iks G g gee P p pee Y y ei of i-grec H h haa Q q kuu Z z zet I i ie R r er Luister nog een keer en herhaal. Lees en luister. Hoi, mijn naam is Fatima. Wat is jouw naam? Mijn naam is Wouter. Kun je dit herhalen? Wouter. W-O-U-T-E-R. Ah, Wouter. Hoi. 9 Lees de dialoog. 0 Spel je naam. Dag, mijn naam is Wat is jouw naam? Mijn naam is Kun je dit herhalen? Ah, Hallo. Ga in een rij staan op alfabetische volgorde. Alice Zahid zeven 7

3 Les B Ik ben 6 Wat hoor je? Onderstreep. Dag, ik heet Ahmed Alawi. ik ben Ahmed Alawi. mijn naam is Ahmed Alawi. Hoi, ik heet Leila. ik ben Leila. mijn naam is Leila. Hallo, ik heet Nina de Vries. ik ben Nina de Vries. mijn naam is Nina de Vries. Hallo, ik heet Nelson. ik ben Nelson. mijn naam is Nelson. Luister naar je docent en herhaal. ik heet = ik ben = mijn naam is Ahmed Alawi voornaam achternaam Hallo, ik heet ik ben mijn naam is In een kring: gooi de bal over en zeg hoe je heet. 8 acht

4 4 Wat hoort bij elkaar? Mijn naam Ik heet En wat 4 Ik a ben Nelson. b Ahmed Alawi. c is Nina de Vries. d is uw naam? Teken jezelf en schrijf. Hallo, 7 6 Lees en luister. Hallo, mijn naam is Ann Roos. Dag, Roos. Sorry, Roos is mijn achternaam. Mijn voornaam is Ann. 7 Lees dialoog 6. 8 Speel dialoog 6 na met je eigen naam. 9 Je geeft een hand als je iemand leert kennen. Als je iemand lang niet hebt gezien, geef je ook een hand. Als je een hand geeft, kijk je de ander aan. Ook mannen en vrouwen geven elkaar een hand. Vrienden en familie zoenen we drie keer op de wang. Maar mannen zoenen elkaar niet. Vrouwen en mannen zoenen elkaar wel en vrouwen zoenen elkaar ook. Tip Loop rond, geef aan iedereen een hand en stel je voor. Belangrijk: kijk de ander aan! negen 9

5 Les C Hoe gaat het met je? 8 Luister en vul in. goedenavond goedemiddag welterusten goedemorgen goedemorgen goeiemorgen Wat vind jij het leukst: de ochtend, de middag, de avond of de nacht? Schrijf het op een papiertje. Neem het papiertje, loop rond en begroet de anderen. Goedemorgen, Leila. Goeiemorgen, Nelson. 9 4 jij/je of u? Lees en luister. Hoe heet jij/je? Wat is jouw/je naam? Wie ben jij? Wat is uw naam? Wie bent u? Hoi, ik ben Ali. En hoe heet jij? Dag Ali, ik ben Emma. Goedemorgen. Mijn naam is Makeba, Alek Makeba. En wat is uw naam? Aangenaam, mijn naam is Freek Jansen. Lees samen de dialogen uit 4 voor. 6 Speel de dialogen uit 4 na met je eigen naam. 0 tien

6 0 7 Luister. Welke dialoog hoor je als eerste? Welke dialoog hoor je als tweede? Goedemiddag, meneer. Dag Ali. Hoe gaat het met je? Goed, en met u? Ook goed, dank je wel. Dag meneer. Dag Ali. Hoi Ahmed! Ha Nina. Hoe gaat het? Heel goed, en met jou? Met mij gaat het prima. Dat is fijn! Tot snel. Ja, tot snel. Doei. = goed / prima = heel goed 8 Luister nog eens naar 7 en herhaal. Hoe gaat het met u? Dag. Hoe gaat het (met je)? Doei. Tip Tegen vrienden, collega s en jongere mensen zeggen we jij en je. In de familie zeggen we ook vaak jij en je. Ouderen spreken we aan met u. Soms ook ouderen in de familie, bijvoorbeeld oma s en opa s. In winkels, bij de IND, de gemeente, de huisarts en in andere officiële situaties zeggen we u. U = meer afstand + extra respect. 9 Lees en vul in. Dag. Goedemiddag. Hoe gaat het? Hoi. Goed, en met jou? Hoe gaat het met u? Goed, en met u? Doei. Goedemiddag. 0 Kop of munt? Speel dialogen zoals in 7. = jij/je = u elf

7 Woord en beeld Bekijk de foto s en luister. Lees. Schrijf. Zeg. Luister. Bekijk de foto. Vul in. Vraag. Geef antwoord. Zet in de juiste volgorde. twaalf

8 Herhaal. Wijs aan. Teken. Neem. Speel na. Loop rond. Gooi de bal. Vink aan. Zet op de juiste plaats. Markeer. Verbind met elkaar. Verbeter. dertien

9 Training A Van A Z. Verbind de letters met elkaar. Wat zie je? Vul alle hoofdletters en kleine letters in. A B b a e m W y H j c R IJ K D v f I Vul de letters in. Ik b n Omar. En oe he t jij? at is u naam? 4 ijn aam is Tom. allo Jessica. 4 veertien

10 Training B Vind vijf woorden en schrijf. z d w a t u d t m i W! e e h e r z l i s h h v y n c e w m q a w e l k o m q m o n r l t s i r c a q a w f k u w e c o s a a c v h k n ij c n m i h p i e o n e a g Wat? Maak zinnen. heet / Ik / Leila. Ik Ahmed. / is / Mijn naam ben / Nelson. / Ik Vind vier woorden en schrijf. hallo, dfegmrhalloabclhiuqafdklmhoeljijpouhsfrstheete 4 Vul de woorden uit in. () Hallo! Hoi! Hoe heet ()? Fatima. En () heet jij? Ik (4) Nina. Schrijf zinnen op. Tip: namen en zinnen beginnen met een hoofdletter. dag!mijnnaamisleila.enwatisjouwnaam? Dag! Mijn naam vijftien

11 Training C Vul de begroetingen in. Goedemorgen. Goedem Goeden 4 Welte Schrijf je naam. voornaam: achternaam: Zet op de juiste plaats. Hoort de voornaam bij een vrouw ( ) of een man ( )? voornaam achternaam Nina De Vries Wouter Emma Makeba Nelson Omar Alawi David Nina ( ), De Vries, 4 Verbind met elkaar en schrijf. Wat is a het met u? H Hoe gaat b jij? H Hoe c uw naam? Wat is uw naam? 4 Hoe heet d ben jij? W Wie e gaat het? H jij/je of u? Maak dialogen. Hoe gaat het? Goedemiddag, meneer. Ook goed, dank je wel. En met u? Hoi. Hoe gaat het? Prima. En met jou? Hoe gaat het met u? Dank u wel, goed. Ook goed, dank u wel. 6 zestien

12 Uitspraaktraining Woorden. Luister. naam mid dag wel kom pri ma 4 Luister. Markeer de klemtoon van het woord. heet lui ster och tend schrij ven u mijn mor gen jij voor naam a vond 4 Luister nog een keer en herhaal. Klop de klemtoon van het woord. 4 Zinnen. Luister. Hoe gaat het? Ik heet Nina. Wat is uw naam? 6 Luister en markeer de klemtoon van de zin. Hoe gaat het met je? Goed, dank je wel. En met jou? Ik heet Tom. Ik ben Omar. Mijn naam is Rose. Hoe heet jij? 6 6 Luister nog een keer en herhaal. Klop de klemtoon van de zin. 7 Dialogen. Luister en let op de melodie van de zin. Geef antwoord. 7 Ik ben Omar. Ik heet Nina. En jij? Hoe heet jij? Mijn naam is zeventien 7